Chaos in de klas

Door

Lotte Aleman
Er was eens een klein dorpje, dat Moerkapelle heette en in dat dorp zat een klein schooltje. Ze noemden het de Keijzerschool. Het was er altijd regenachtig en er hingen meestal grote grijze wolken in de lucht.
Uit: 2025
Basisschool: De Keijzerschool

Er was eens een klein dorpje, dat Moerkapelle heette en in dat dorp zat een klein schooltje. Ze noemden het de Keijzerschool. Het was er altijd regenachtig en er hingen meestal grote grijze wolken in de lucht. Op een dag was er iets vreselijks aan de hand bij dat schooltje. Het begon allemaal in de ochtend. Iedereen zat netjes op tijd in de klas en de juf begon met uitleggen hoe je procenten berekent. Toch dacht ik dat er iets vreemds aan de hand was. Het klopte gewoon niet, ik wist het zeker. Ik zat naar het digibord te kijken en het beeld versprong. Er was iets aan de hand met het digibord. Het gebeurde opnieuw. Het beeld versprong gewoon weer. Ik probeerde te begrijpen hoe het kon, maar dat lukte niet. Ik besloot verder te gaan met werken. Even later ging de schoolbel. We hadden eindelijk pauze. Iedereen ging de klas uit naar buiten, maar mijn beste vriendin Yana en ik bleven nog even staan in de klas. We liepen naar elkaar toe en ze vertelde dat ze het vreemde met het digibord ook had gezien. Yana zei dat ze er ook niets van begreep. Toen kwam de juf eraan. Ze had gehoord over het verhaal, maar ze had het zelf niet gezien. Yana en ik wilden het laten zien, dus bleven we wachten tot het weer gebeurde. We waren wel drie kwartier aan het wachten, maar nog steeds gebeurde het niet.

De schoolbel ging weer en de kinderen kwamen weer terug in de klas. We hadden verteld over het digibord, dat twee keer was versprongen en dat er iets vreemds aan de hand was. Iedereen reageerde er bang op en we waren zelf ook wel bang geworden, maar we moesten gewoon weer verder met werken. De juf had gezegd dat we misschien na de tweede pauze even iets leuks konden doen. We gingen allemaal onze spelling spullen pakken, maar niemand wilde het meer. Zelfs Seane niet terwijl zij er altijd zin in heeft. Even later waren we klaar met spelling. Eigenlijk moesten we nog een les doen maar die ging niet door, want niemand kon zich meer concentreren. Dus besloten we nog even buiten te gaan spelen. Het ging natuurlijk tijdens het buiten spelen alleen maar over het digibord, maar een paar kinderen dachten dat het allemaal wel mee zou vallen. Yana en ik gingen met een groepje via het raam van het klaslokaal naar binnen kijken. En wat we toen zagen daar schrokken we wel heel erg van. Het beeld versprong per seconde, het hield niet op. En het ergste was dat er ineens een hand uit het digibord kwam. We keken of er iemand achter het digibord zat, maar dat was niet zo en erin kon ook niet. Helaas ging de schoolbel weer en moesten we naar binnen maar niemand durfde, zelfs de juf niet. We liepen naar de deur van de school, maar niemand durfde hem open te doen behalve één kind uit de klas. Hij was nergens bang voor, voor niemand. Hij deed daarom ook de deur open alsof er niks aan hand was. Alsof hij niet eens wist dat er een hand uit het digibord was gekomen, maar iedereen had het hem verteld dus het kon niet dat hij dat niet wist. Even later zat hij in de klas en begon te kijken naar het digibord, maar er gebeurde niks. Toen durfde de rest van de klas het ook om naar binnen te gaan. En er gebeurde nog steeds niks.

We besloten een spelletje te doen. Het was heel leuk en gezellig, maar wat er toen even later gebeurde was ook wel heel vreemd. Het brandalarm ging af. Iedereen raakte in paniek en rende de school uit. Behalve de juf, Yana en ik, die bleven in de klas. Want we hadden door dat er helemaal geen brand was. En het kon ook geen oefening zijn, want de juf wist ook van niks. Ondertussen waren de rest van de kinderen uit de klas buiten op het schoolplein, terwijl we binnen een krakend geluid hoorden. En ineens zagen we een hand en been uit het digibord steken. Yana en ik keken elkaar geschrokken aan. Ik zag aan de juf, dat ze het ook had gezien en was geschrokken. Even later zagen we een heel lichaam uit het digibord verschijnen. Hij had een kettingzaag in zijn hand. En de deur had hij op slot gedaan, dus we konden niet ontsnappen. Hij kwam op ons af. We stonden helemaal in de hoek van de muur gedrukt. We wisten het zeker, het was een moordenaar. Hij deed de kettingzaag aan. Er kwam een enorm kabaal van af alsof die kapot was. Hij kwam steeds dichterbij tot die recht voor ons stond. Hij ging met de zaag dicht op onze nek. Hij zei:” Als jullie niet nu vertellen waar de boeken uit de bibliotheek zijn, maak ik jullie dood met deze zaag”. We riepen: ”Waarom? Wat heb ik gedaan? Hoe moet ik nou weer weten waar al die boeken zijn”. Ik wist niet eens dat die weg waren. Ik keek richting de gang waar meestal honderden boeken staan, maar er stonden inderdaad helemaal geen boeken. Ik had geen idee wat er met de boeken was gebeurd.

Ondertussen zei de juf dat ze geen idee had. En de moordenaar zei: Oké, ik zal beginnen met jou en dan eindig ik met jou”. Hij wilde beginnen met zagen, maar ik hield hem tegen. Ik zei: “Nee, dit is niet oké, ben je helemaal gek geworden? Je gaat toch niet iemand dood maken. Besef je wel wat je aan het doen bent?” Toen kwam de rest van de klas binnen. Ze zagen dat de moordenaar ons wilde doden. Heel de klas rende naar ons toe. Ze hielden de moordenaar tegen. Ze pakten hem bij zijn armen en deden zijn masker af. Zijn zaag hadden ze ook uitgedaan. Hij draaide zich om en wat we toen zagen was misschien nog wel het raarste van heel die dag. Het was de onhandige klusjesman van de school! “Sorry, het spijt me, ik moest van een andere juf vragen waar de boeken waren want niemand wist het”, zei hij. “En toen kwam ik in het print hok en zag ik dat het brandalarm kapot was, dus ik wilde hem repareren maar toen drukte ik hem per ongeluk in. En het digibord versprong elke keer omdat die ook kapot was en die wilde ik maken maar dat ging niet goed, dus ging ik snel weg voordat iemand het zag.” We wisten precies waar hij het over had, want dat was het moment dat we door het raam keken. Toen vroeg iemand waarom hij als een moordenaar ging vragen naar de boeken. Hij had gezegd dat hij dacht dat dat de enige oplossing was dat hij antwoord kreeg. Maar toen hebben we uitgelegd dat dat niet zo werkt en we zeiden tegen elkaar toen hij weg was: “Daarom noemen wij hem de onhandige klusjesman!”.